De dagen na of tussen de feestdagen is het meestal restjes eten geblazen. Geen erg want het was allemaal lekker. Helaas…. ‘t is zo goed als op. Oók de desserts. Voor een zoetebek als ik is dat dubbel zo erg.
Het recept van de tiramisutaartjes vond ik (nog) niet terug, dus besloot ik –een vegan versie van- panna cotta (met kokosmelk en citroen) en een pompoenflan te maken. De panna cotta (een recept uit vegetarisch koken in 30 minuten) smaakte maar ‘k was niet echt overdonderd. Misschien was het de kleur (te geel) of de speculaas (die ik er een volgende keer zeker ga uitlaten)? Als het recept op punt staat -naar mijn smaak dan- zal ik het zeker delen op mijn blog. Van de taart was ik wél direct fan. Gelukkig heb ik nog genoeg ingrediënten over om daar een extra portie van te maken en ‘t is ook lekker snel klaar.
Voor een taartvorm van 20 cm heb je nodig: 300 gram pompoenvlees in kleine blokjes, 75 gram amandelpoeder, 60 gram bruine suiker, 160 gram zijden tofu, 8 tl vanillepuddingpoeder, 1/2 tl vanille-aroma, 250 ml amandelmelk of sojamelk, sojaboter of olie voor het invetten van de taartvorm en amandelschilfers.
Kook de pompoenblokjes gaar in 200ml amandelmelk en giet alles in een hoge mengbeker. Voeg hier het amandelpoeder, de vanille, suiker en tofu bij. Los het puddingpoeder op in de resterende 50 ml melk en giet dit bij de rest. Blend alles fijn tot een gladde puree. Vet een taartvorm in en strooi er amandelschilfers in tot de bodem ermee bedekt is. Giet het pompoenmengsel in de vorm en bak in een voorverwarmde oven van 180°c in ongeveer 35 minuten gaar. Laat afkoelen en serveer. Ik maakte erbij een bosvruchtencoulis met besjes (en ahornsiroop) die ik nog in de diepvries had liggen.
Ja, morgen maak ik een nieuwe taart en ‘k zal ze echt waar eerlijk *grijns* verdelen…
