De huiselijkheid van Nigella Lawson en de dagelijkse kost van Jeroen Meus daar kan ik mijn eigen kookstijl het beste mee vergelijken. Niet dat ik even goed ben natuurlijk maar dat zijn echt koks naar mijn hart. Ze koken beiden een beetje zoals ik kook, op het gevoel. Hun gerechten zijn lekker, eenvoudig maar toch origineel en zo moet koken in mijn ogen ook zijn.
Koken hoeft niet altijd met veel tierlantijntjes te zijn of te gebeuren om plezant te zijn. Dagelijkse kost mag van mij best letterlijk dagelijks zijn als het maar niet stopt bij het aardappelen/groenten/vlees gedoe. Dat vertaalt zich dikwijls in ‘niks speciaals maar inhoudelijk toch dat tikkeltje anders’. Ja, improviseren dat maakt voor mij koken tijdens de week interessant; anders dan anders en toch hoef je er geen extra tijd of energie in te steken.
Een simpel voorbeeld is pesto. (Eens je dat zelf hebt gemaakt, trouwens snel en makkelijk te doen, eet je dat nooit nog uit een potje.) De ene week maak ik hem met basilicum, parmezaan en pijnboompitten om de week nadien te experimenteren met dingen die ik in huis heb zoals rucola, walnoot en Grana Padano. Zelfgemaakte pesto in combinatie met penne en parmaham of met spaghetti, rul gebakken gehakt en gemalen kaas. In een wip klaar en zó jammie! Het glaasje ‘Les deux Rhones’ paste perfect bij de laatste versie.
Aangezien ik kook op gevoel is het moeilijk om van eigen creaties het recept mee te geven. Ik doe een beetje van dit en een beetje van dat samen met nog wat anders, proef en stel bij. Ik kan alleen maar aanraden om het zelf ook eens te proberen. Overschot is er zelden want net als Nigella plunder ik regelmatig de ijskast.