Als ik aan de Belgische kust denk, heb ik tegelijk (en dan echt altijd hé) het liedje van Maggie MacNeal in mijn hoofd. Waarom weet ik niet want ze zingt vast over die van Holland én ik heb niks met de kust. ‘k Ging er als kind met mijn ouders zelden of nooit heen. Toen manlief en ik nog niet getrouwd waren gingen we wel regelmatig op hotel in Oostende maar evenveel weekends gingen we naar de Ardennen bijvoorbeeld. Toen de kinderen klein waren kozen we een paar keer voor een vakantie aan eigen kust. Helaas zat het weer ons nooit mee zodat we al snel onze vrije weken liever in het zuiden spendeerden.
Ook nu is een trip naar zee al jaren bijna uitsluitend gekoppeld aan het jaarlijkse bezoekje aan onze tante in Nieuwpoort Bad. En dan nog; verleden zomer zagen we het zilte water niet eens want één: haar appartement heeft zicht op het achterland en twee: we vergezelden haar die dag naar een rommelmarkt in Adinkerke. ‘k Vond het niet eens erg want ik hou eigenlijk niet zo van de Belgische dijken. Wandelen doen we liefst aan de Franse of Nederlandse kust. Zo heeft Normandië bijvoorbeeld bij ons een grote stap voor. We brengen er graag af en toe een vakantieweek door.
De laatste keer dat ik aan of op een Vlaams strand wandelde was in januari 2011 toen manlief en ik er een weekend waren. Weinig zee gezien, wel veel sterren maar soit, dat is wat vandaag betreft naast de kwestie want niet manlief zal me vergezellen, wel enkele blogvriendinnen. Niet dat dit geen vuurwerk zal geven en sterren zullen we misschien ook wel zien al zullen die van een heel ander kaliber zijn.
Momenteel schijnt hier in de Kempen de zon en hopelijk doet ze dat aan zee ook. Of de weergoden ons een hele dag gunstig gezind zullen zijn is nog maar de vraag, al moet ik vaststellen dat de buienradar daar toch een bekke goede hoop op geeft. Enfin, roep geen mosselen vóór ze aan wal zijn, zegt het spreekwoord. Nu, als ge straks aan zee een paar onnozele mossels ziet passeren, niet panikeren, ‘t zen weulle mor.