Daube, één van de specialiteiten van de Provence, wordt op vele manieren klaargemaakt net zoals bij ons stoofvlees. In Arles heb ik een toch wel hele speciale versie gegeten. Daube de toro, een stoofpotje stierenvlees. Arles ligt net op de grens van twee streken, de Bouche-du-Rhône en de Camargue. Het is er al stier wat de klok slaagt.
Als je in Frankrijk goed, lekker en goedkoop wil eten moet je gewoon de werkmannen ‘s middags volgen. Waar zij binnenstappen daar zit je gegarandeerd goed. Zo kwamen we terecht in “Bar des aficionados”, een gezellig eetcafé.
Het ‘menu du jour’ bestond uit een slaatje met rijst en ansjovis, daube de toro met rijst uit de Camargue en flan caramel. Hoewel ik even heb getwijfeld over die daube wilden we het toch proberen. Het slaatje smaakte voortreffelijk en ik at voor zekerheid maar genoeg brood. De daube kwam op tafel en onmiddellijk sloeg de straffe geur van het stierenvlees me in de neus. Ventje begon direct met smaak van zijne plat te eten. Wow, was het eerste wat ík dacht toen ik mijn hoofd richting bord boog en de geur zich in mijn neus drong . Als je ooit al eens haas gegeten weet je zo een klein beetje waar die geur naartoe gaat. Straf, héél straf die geur. En die smaak…die navenant. Het zag er ook niet uit en ik had voor mezelf al een beetje uitgemaakt dat ik die brokken nooit allemaal binnenkrijgen. Gelukkig had ik een fris rosé wijntje bij de hand waarmee ik alles kon doorspoelen. Mijn bord is niet leeg geraakt maar de honger was gestild. Ik moest nog plaats houden voor mijn dessert hé. De hele dag nog heb ik kunnen genieten van mijn lunch want zelfs eens in de maag bleef het straf spul, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik zal het nooit klaarmaken en ik denk niet dat ik het nog eens ga eten ginder maar op culinair vlak ben ik weer een ervaring rijker.