Er is niet één Provence. De streek bestaat uit verschillende kleine “Provencekes” om het zo maar eens te zeggen. Binnen die “Provencekes” heb je dan wéér verschillen die verder opdelen.
Klinkt het wat ingewikkeld? Wel , dat is het ook. De Provence bestaat uit de departementen Alpes-de-Haute-Provence, Hautes-Alpes, Alpes-Maritimes, Bouches-du-Rhône, Var en Vaucluse.
Elk departement is een ander soort Provence. Om het simpel uit te leggen: je hebt hoge bergen, hoge bergen met lavendelvelden, de lagere bergen met wijn- en olijfgaarden, een platte fruit- en groentenstreek, de kuststreek… Elk departement heeft zijn eigen stijl. Wij zijn liefhebbers van de Provence maar houden meer van de ene streek dan van de andere. Zowel de Vaucluse (met daarin de heel toeristische Luberon) en de Var hebben hun charmes. De Hautes-Alpes bijvoorbeeld is dan weer niet ons ding en ook de enige streek waar we nog niet geweest zijn.
Wij zijn vooral fan van de Bouches-du-Rhône, waarbinnen ook weer veel verschil te zien is want het strekt zich uit tot tegen de kust. Wij houden voornamelijk van het arrondissement Arles. In dat departement ligt namelijk Eygalières, ons liefde-op-het-eerste-gezicht-dorp, en Les Alpilles. Zó verliefd op!! We leren er zelfs nu nog steeds nieuwe hoekjes kennen.
Wandelkaarten en bewegwijzering
De natuur ingaan staat hoog op ons lijstje. Het mooie is dat je zonder veel benenwerk daar geraakt waar je een uitzicht hebt op de omgeving. De wegen, je kiest ze natuurlijk zelf op de wandelkaart en/of de wandelfiche of folder – zie verder – zijn niet heel stijl en gaan geleidelijk aan omhoog en weer naar beneden. De andere laten we gewoon links liggen, soms zelfs letterlijk. Hahaha, simpel. Kop leegmaken, genieten van alle pracht en rust. Elk seizoen weer anders, altijd even mooi. Zo is in deze omgeving wandelen voor ons een haalbare kaart.
Een goede bewegwijzering is zeker nodig als je hier wandelt. Knooppunten, het is iets wat ik hier enorm mis. Echt enorm, geloof me. Of je stippelt je wandeling zelf uit op een officiële – topografische -wandelkaart of je volgt de aanwijzingen op de fiche of folder die je bij de toeristische dienst kan halen.
De dorpswandelingen geven dikwijls een soort plannetje, zeer oppervlakkig, zodat je wel ongeveer weet hoe je moet gaan. De bezienswaardigheden zijn genummerd en voorzien van de nodige info.
De natuurwandelingen die zijn meestal heel summier als in ; eerste weg links, dan volgende veldweg links laten liggen en schuin naar rechts afbuigen tot je aan een kruispunt komt, etc… Soms een plannetje erbij, soms niet. Al veel keren verloren gelopen zo want waar een veldweg is loopt er dikwijls nog een andere vlak naast… Zoek dan maar uit welke je moet nemen. Zucht!)
Er zijn ook pijlen die je kan volgen. Gele. Ze staan op een paal meestal bij een belangrijk kruispunt. Deze wijzen de richting naar een volgend dorp en/of route met vermelding van de afstand en/of tijd.
Het komt er dus op neer dat áls je hier wandelt je goed moet zijn in je kunnen oriënteren. Ik kan dat gelukkig wel, manlief helemaal niet. Die zet je verloren in zijn eigen dorp.
Wandelen in Les Alpilles en Eygalières
Onze wandelingen zijn daarom meestal zelf uitgestippelde (ik werk vooral met kaart 3042 en 3043) en daardoor ook heel moeilijk om aan iemand anders uit te leggen of hier mee te geven. Tip: Ga voor een wandeling in Eygalières zeker langs bij de toeristische dienst! Ja, we hebben er sinds vorig jaar eentje in de Rue de la République. Je kan er o.a. een folder halen met 4 mooie wandelingen allen vertrekkend vanuit het dorp. Circuit 1: 4.2 km, circuit 2: 4.5 km, circuit 3: 4.7 km en circuit 4: 7.2 km (in de natuur, met wat licht klimwerk maar zeer de moeite!).
Tips…
Nu moet ik toegeven dat wij niet zo van die typisch Provençaalse dorpjeszoekers zijn. We doen ze af en toe wel hoor en de toeristische plekken bezoeken we ver buiten het seizoen. Dat is onze luxe natuurlijk want ondertussen verblijven we hier toch wel bijna 4 maanden per jaar, verspreid over de verschillende seizoenen.
Om veel te wandelen dus. Dat daar af en toe een dorpswandeling bij hoort zodat we niet alleen maar tussen de heuvels, bomen en velden lopen spreekt voor zich. Hoe zouden we anders die leuke restaurantjes en terrasjes kunnen ontdekken die ons uitnodigen als we hongerig en dorstig zijn!?
Leuke dorpjes/steden die misschien iets minder gekend bij het brede publiek of helemaal niet toeristisch zijn maar toch de moeite, zij het om op de één of andere manier te ontdekken zijn bijvoorbeeld….
Aureille (wandelen in de natuur, toffe straatjes, burcht), Noves (dorpswandeling, wandelen in de natuur, tof oud centrum, prachtig uitzicht), Orgon (wandelen in de natuur, een meer, basiliek, prachtig uitzicht), Eyguières (tof oud centrum, wandelen in de natuur), Salon de Provence (toffe straatjes en resto’s, kasteel/museum, toffe grote markt op woensdag), Mas Thibert (gehucht van Arles, wandelen in de natuur), Pernes-les-Fontaines (Vaucluse, dorpswandeling langs de vele fonteinen, leuke resto’s, toffe markt op zaterdag en regelmatig mooie rommelmarkten in het weekend), Beaucaire (grens Provence/Gard, mooi oud centrum, jachthaven met veel resto’s erlangs, kasteel, toffe rommelmarkt op woensdag ~ nota: als de verkopers er zin in hebben en opdagen.),… en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Eigenlijk wel jammer dat ik weinig doe met de vele notities en foto’s die ik van dit alles in mijn papieren dagboek maak. Misschien toch weer wat meer tijd vrijmaken en het op de blog zwieren? Wie ondertussen tips wil mag mij altijd contacteren.