Wandelen is één van de hoofdbezigheden wanneer we in de Provence zijn. Meestal heb ik aan zo’n wandeling enkel maar goede herinneringen. Behalve die ene keer vorige herfst. Pure hoogspanning.
En neem dit maar gerust letterlijk. Ook al is het ondertussen lente en zijn er sindsdien al vele mooie wandelingen gepasseerd, deze ene wil ik hier toch eerst even kwijt.
Eygalières, oktober 2023. Buiten is het wat aan de grijze kant. De zon wil wel maar is niet sterk genoeg om de wolken meteen te verdrijven. De wandeling die we voorzien loopt langs het klooster, achter de Tête du Long Jean en terug langs de Saint-Sixte kapel. Dat is het plan maar het draait anders uit, ook al hebben we een kaart mee. Een kaart die niet echt heel duidelijk is met alle zandwegen die we her en der tegen komen. Ze staan er allemaal op, heel summier, maar welke is juist welke? Zucht. Rechts houden lijkt me oriëntatie-gewijs een goede keuze. Het werkt tot we een bord tegenkomen dat er gejaagd wordt op groot wild. Daar wil je niet tussenlopen dus we kiezen voor de weg links van ons. Het is een prachtige wandeling waarbij we af en toe stoppen en omdraaien voor de mooie vergezichten, zelfs met het ontbreken van een blauwe lucht een kado! Het is echt genieten. Deze doen we bij mooi weer nog een keer, roep ik een paar keer luidop.
Dat is dan vóór we onder veel lawaai makende hoogspanningskabels moeten. Ze hangen laag boven de weg en kletteren er op los. Ja, kletteren zoals een waterval. Wat eerder dacht ik zelfs dat er beneden eentje was. Ik hou niet van hoogspanningslijnen en zeker niet als ze geluid maken. Zo laag als deze hebben we ook nog nooit gehad, maar ja, we wandelen ook hoog (zonder echt te moeten klimmen, een voordeel in deze streek). Bah, denk ik bij mezelf, maar wat moet dat moet. Ik ga er op een drafje onderdoor, roep ik tegen manlief, en begin meteen te lopen. Als ik midden onder de lijn loop voel ik me ijl worden in mijn hoofd, neem het met twee handen vast terwijl ik me verder haast. Mijn benen trillen en voelen als rubber als ik eindelijk voorbij de draden ben. Wat een vreselijk moment wat dat. Als ik me omdraai zie ik manlief of zijn duizendste gemak onder de hoogspanning wandelen. Het zit gewoon tussen je oren, zegt hij en lacht me nog net niet uit. Niks tussen de oren, ik weet wat ik gevoeld heb. Het duurt effe voor ik weer op mijn positieven ben gekomen en voor we verder kunnen wandelen. Ik ben zo van mijn melk dat ik zelfs vergeet om een foto van de desbetreffende plek te maken. Vergeten zal ik ze in elk geval niet. Met of zonder foto.
De weg begint weer te dalen tot aan het kanaal waar we voor een groot stuk langs moeten om terug aan het dorp uit te komen. Weer moeten we onder hoogspanning. Deze maken geen geluid en hangen ook veel hoger maar toch. Ik zet een pet op mijn hoofd, vraag manlief zijn hand en samen stappen we in sneltempo onder de draden door. Even voel ik me duizelig (dit kan wel eens uit angst zijn). We wandelen links terug naar het klooster en vandaar naar de Saint-Sixte kapel en verder naar het dorp. Een vogelconcert langs de baan doet me even halt houden. Wauw!
Het doet me het gezang van de hoogspanningskabel een beetje vergeten maar deze wandeling zal steeds in mijn geheugen gegrift blijven. Vanaf nu maak ik een grote bocht om eender welke zingende hoogspanningskabel. Een klein traumaatje toch.
Hoogspanning
Blijkbaar heeft de ene mens meer last van het magnetisch veld van een hoogspanningslijn dan een andere. Het verklaart waarom manlief helemaal niks voelde toen hij eronder liep en ik wel. Het geluid dat ze kunnen maken kan om verschillende redenen optreden; deelontladingen, lekstroom, coronageluid, materiaalvervorming,… met als gevolg gezoem, geknetter, gesis, gebrom. Noem het zoals je wil maar ik zal er op dat moment niet meer onder wandelen.
Of we die specifieke wandeling nog een keer gaan doen is dus nog maar de vraag.