Vrijdagnacht lig ik met een logerende vriendin tot een kot in de nacht te sjauwelen in de jacuzzi. Ter compensatie voor de 5 uurtjes nachtrust breng ik zaterdag een groot gedeelte van de middag al slapend door op de sofa. Zaterdagavond blijven de vrienden waarmee we op restaurant gaan nog uren bij ons plakken en dus wordt het een tweede korte nacht op rij. Zondagmorgen ben ik veel te vroeg wakker. Regen klettert op het glazen dak en verrassend genoeg ben ik er stiekem blij om. Er zal niet gewandeld worden. Als mijn man uit bed komt klaagt hij van pijn in de rug. Nee, er zal zeker niet gewandeld worden. Waarom ik moeite doe om hem te overtuigen om eventueel toch de kleinste route van de geplande tocht te doen is me een raadsel. Het is al van bij het begin van de dag duidelijk dat een luie zondag de beste optie is. Even concentreer ik me op mijn lijf en wat ik voel is niet denderend te noemen. Nee, me sterker voordoen dan ik ben is absoluut geen goed idee. Ik leg me wijselijk neer bij de signalen die mijn lijf me stuurt… een luie zondag wordt het!
Met een warm gevoel kijk ik terug op de voorbije week. Het mooiste kado dat je kan geven is aandacht las ik onlangs nog ergens. De geseling die bij zo’n gezellige drukte hoort en me nadien half groggy klopt neem ik er graag bij.