Een wandeling in eigen buurt mag, maar hoe hou je dat interessant voor kleine kinderen? Ga op berenjacht! Dat idee is overgewaaid uit Australië. Ik sprong graag op de kar.
Het idee is gebaseerd op een kinderboek uit 1989, de klassieker “Wij gaan op berenjacht” van Helen Oxenbury en Michael Rosen.
“Wij gaan op berenjacht,
wij gaan op berenjacht.
We gaan een hele grote vangen.
Wat een prachtige dag!
Wij zijn niet bang.”
Zo begint het boek. Het gaat over vier kinderen die samen met hun vader op berenjacht gaan. Onderweg beleven ze allerlei spannende avonturen tot ze, oh ja, plots een echte beer tegenkomen. Dan is het rennen om snel veilig thuis te komen.
In het onderstaande fragment “zingt” auteur Michael Rosen het verhaal (in het Engels)…
Wat een leuk verhaal. Jammer dat ik het boek niet vroeger kende. Ik ga het zeker ooit voorlezen of laten zien aan ons op komst zijnde kleinkind.
Enfin, op berenjacht dus. Zelf wonen we in een residentiële wijk dus voetpaden zijn er niet. Ook zijn de voortuinen hier enkele meters diep wat het iets moeilijker maakt om beren te spotten. Veel huizen hebben ramen tot op de grond, wij ook, inventief zijn is de boodschap.
Zelf heb ik een rieten stoeltje (oud kringloopgeluk) voor het raam staan met daarin 2 beren, beertje éénoog en papa beer. Beertje éénoog is een kringwinkelkoopje van vele jaren geleden toen de kringwinkels nog in hun kinderschoenen stonden. Hij had bij zijn geboorte nog allebei zijn ogen. De hond des huizes, die ondertussen al 5 maanden niet meer onder ons is, ging ooit in huis eens zelf op berenjacht en knabbelde toen één van teddy zijn ogen op. Sindsdien heeft beertje éénoog zijn naam en kreeg hij een piraten ooglapje uit de verkleedkoffer op zijn kop. Papa beer is de slaapbeer van onze middelste kleindochter.
Dat het aanslaat zie ik elke dag. Al die blije kindergezichtjes, die blije kreten als ze onze beren gespot hebben. Heerlijk! Ja, ook wij genieten daar enorm van. We kregen zelfs al bedankpost van een berenvriend in onze brievenbus. Zalig is dat!
Sociaal contact is belangrijk en dat moeten we nu missen. Om toch mensen te zien, en dat bedoel ik dan letterlijk, rol ik elke dag de rolgordijnen helemaal naar boven. Zo kan de zon volop binnen schijnen (zo dankbaar voor de zon) en zie ik vanuit de zetel of vanaf mijn schrijftafel de mensen passeren én zie ik natuurlijk al die blije kindjes. Vooral in het weekend is er veel passage.
Dikwijls zwaai ik, of zwaaien we, en ze zwaaien bijna altijd terug. De mensen zijn momenteel echt veel vriendelijker dan anders. Iedereen op straat zegt vriendelijk goedendag. Dat is iets wat we alleen gewoon zijn in de Provence. Zo fijn dat dat hier nu ook gebeurt. Hopelijk blijft dit duren.
De berenjacht is al een aantal weken aan de gang. Op de lange duur hebben ze natuurlijk alle beren wel al een paar keer gezien en is de nieuwigheid er af. Daarom kleefde ik gisteren een opdracht op het raam: ZING jij voor ons Ik zag 2 beren? Benieuwd of ze dat zullen doen.
Natuurlijk zijn we zelf ook al op jacht geweest. Manlief zit het meeste van de tijd achter zijn bureau. Niet zo goed voor de gezondheid hé. Daarom maken we zo goed als elke avond rond 6 uur een wandeling door onze eigen wijk of wandelen we even de natuur in hier vlakbij. Op dat uur zitten de meeste mensen aan tafel en komen we amper iemand tegen. In het weekend wandelen we niet. Veel te veel volk dan!
Het is fijn om te zien dat er veel mensen meedoen en ook aan de kleintjes denken in deze moeilijke periode.