Er lag een dik pak sneeuw buiten. Mooi, als je niet buiten moet. Vroeger, toen ik nog stabieler op mijn benen stond, wandelde ik dan graag. Nu ligt dat anders.
Als de dood om uit te schuiven ben ik. Zo brak ik al mijn enkel, scheurde mijn gewrichtsbanden én hield ik er eens een zware hersenschudding aan over. Als het glad is of wanneer er sneeuw ligt kom ik met veel tegenzin buiten. Ik herinner me nog goed onze sneeuwwandeling in Westmalle. Die uitschuiver – met als gevolg gekneusde ribben – werd het startsein van mijn sneeuwfobie. Het mooie sneeuwlandschap hield me soms toch nog op de wandel al was het dan dicht bij huis. Ondertussen is mijn onderstel niet goed genoeg meer om zo’n wandeling te riskeren en dus blijven we met zo’n weer binnen en kijken we naar de vele wandelaars die ons huis passeren.
Of naar het ondergesneeuwde voederhuisje voor de vogels aan de zijkant van het huis. Dat begluren we vanaf de keuken of de eetkamer.
Aan de achterkant lag de tuin er ook mooi bij zo maagdelijk wit. Ik heb het sneeuwdek op de tuintafel niet gemeten maar het ging op het laatst toch naar de 12 à 15 cm.
Sommige planten hielden het niet uit door het gewicht. Uit ervaring weet ik dat ze uit zichzelf herstellen. Lange ijspegels hingen aan het tuinhuis. De Ricard borden en een stenen haan waren het enige wat die eerste sneeuwdagen kleur gaf aan de tuin. Mijn gemoed hield dezelfde kleur aan als de lucht… grijs.
Vanaf dinsdag werkte de zon zich elke dag van ‘s morgens tot ‘s avonds ons huis binnen. Heerlijk. En mijn humeur, dat paste zich aan. Ik ben nu eenmaal een kind van de zon. Zondag was de dooi al deels ingezet en vonden we het veilig genoeg om een korte wandeling te maken in de buurt. Dat deed deugd. Wandelen doet ons altijd deugd.
Huisje, boompje, beestje… alleen dat laatste hebben we niet meer, tenzij je de vogels in de tuin meerekent. We hebben niet veel nodig gehad tijdens deze sneeuwweek. De haard aan, een stukje zelfgebakken gebak (deze keer een plantaardige bananen-perencake met crumble) bij de koffie in de namiddag en fantaseren over het moment dat alles weer mag. Weet je, soms is het maar beter om het leven van de simpele kant te bekijken.
Fantasy is a perpetual spring.
Friedrich von Schiller
De fantasie is een eeuwige lente, zei Friedrich von Schiller ooit. Hmm, laat de lente nu één van mijn favoriete seizoenen zijn. Het seizoen waarin alles begint te kleuren en begint te herleven. Hopelijk tegen dan beetje bij beetje ons sociale leven ook. Of is dat het leven té simpel bekijken?